We komen niet echt aan onze trek(vogels)

Woensdag 15 november 2023

Omdat ik begrijp dat het in Nederland slecht weer is, meld ik het volgende: vóór tienen is het hier al 16°, het belooft een stralende dag te worden 😉 

Verdere sfeertekening: er zijn wat fietsers en wandelaars en op het meer naast ons hebben kinderen zeilles in boten met knalroze zeilen, een mooi gezicht met de zon erop. 

Op haar wandeling heeft Gerda flamingo’s zien overvliegen en ze vindt ze in de lucht mooier dan staand in het water. Een kleine zilverreiger landde en ging beschenen door de zon uitgebreid de veren schudden. Omdat Ger het zo lastig vond om te onthouden welke kleur poten bij welke zilverreiger hoort, hadden we gisteren een ezelsbrug bedacht. Ik zei: “Ger, tweemaal g dat stoot elkaar af, zoals bij Groot en Geel, dus bij de grote horen zwarte poten”. Het heeft geholpen. 

Tweemaal f kan wel, vindt ze, want bij al die lelijke witte gebouwen hier in Frankrijk, moet ze steeds aan Florida denken. 

En als ik mij niet vergis, zou mijn vader vandaag 103 jaar oud zijn geworden. 

Onze tweede koffie drinken we bij de plaatselijke haven, waar joekels van catamarans liggen, echt niet te geloven; de twee drijvers zijn elk zo groot als een zeiljacht.

Florida

Menselijke termietenheuvel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tijd om op route te gaan. Het plan is om nog een dag in de buurt van de kust te blijven, met name in de Camargue, daar hopelijk mooie vogels te zien, te overnachten en dan zeggen we morgen deze kust gedag. 

Aan de Camargue hebben we mooie herinneringen. Zo’n 30 jaar geleden, denk ik, gingen we erheen met mijn jongste zoon Stoffel, omdat we de naam kenden en een strand zochten. Tot onze verrassing mochten we met de auto het strand op, de tent opzetten en overnachten. We bleven er een dag of wat, sprokkelden hout voor het kampvuur en kookten zelfgeplukte zeekraal in de fluitketel. 

We tikken Albaron in en rijden in het begin weer langs het brede kanaal, dat we eerder zagen. Het blijkt een kanaal te zijn dat loopt tussen de Rhône en het meer bij Sète. Zo leer je nog eens wat. Het landschap rondom ons is veel droger dan we hadden verwacht, maar wat kleinere meren zijn er wel, ook weer met flamingo’s. 

Gerda hoopt dat we langs de weg naar Les-Saintes-Maries-de-la-Mer bij het grotere water kunnen komen en er lunchen, wandelen en vogels kijken. Dat lukt niet; alle toegangen naar de waterkant zijn afgesloten. We keren om en pakken het doel Albaron weer op om vandaaruit naar Port-St.-Louis te rijden. Bij Sylvéréal, langs Petit Rhône, stoppen we voor de lunch, toch een beetje water, geen vogels. Het is intussen 19°.

Als het maar wit is

Vogel van de dag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onderweg naar Albaron rijden we langs eindeloze rietvelden, waar de zon door de zee van pluimen schijnt, een prachtig gezicht. Ho! Een bordje ‘Parc Ornithologique de Pont de Gau’, 7 kilometer. We slaan nog net op tijd af en dan blijken we alweer op de weg naar Les-Saintes-Maries-de-la-Mer te rijden. Bij de ingang van het park is een parkeerplaats, die aardig bezet is en er is een heuse receptie. Gerda gaat er naar toe om te vernemen wat hier ‘aan de hand’ is en ze komt terug met een folder waar twee vaste wandelroutes op staan aangegeven. Het spreekt ons niet echt aan om tussen de dagjesmensen met kinderen een rondje te lopen. Niet dat die mensen te min zijn, maar we hoopten zó op iets waar we alleen zouden zijn met desnoods een clubje flamingo’s of zilverreigers met gele poten. Over kleuren gesproken, er lopen veel vrij kleine, witte paarden in het land. Dat zijn, zegt Gerda, typische Camargue-paarden, hun ras heeft ook die naam dus. En natuurlijk kan je er tegen betaling mee op stap. 

Na Arles willen we over de D35 naar Port-St.-Louis. Het heeft wat (navigatie)voeten in de aarde, maar we redden het. Rechts van ons stroomt een breed water en we zien op een bord ‘Le Grand Rhône’ staan. Zou dat dan de rivier zijn die hier naar zee loopt? Het siert ons niet, maar we hebben geen idee. Verder inspireert het landschap niet echt als er geen water te zien is, nou ja, de boeren bewerken het netjes en zo, daar ik niks mis mee. 

In Port-St.-Louis rijden we natuurlijk eerst naar het water, in dit geval eerst de haven. Er liggen twee ontzettend mooie, moderne, elegante driemasters aan de kade, een zwarte en een witte. Fantastisch! En even verderop wéér die brede rivier. Nu wil ik weten, is dit de monding van de Rhône? Internet. Jawel hoor, vanaf Arles gaat de Rhône met twee armen verder naar zee; de breedste stroom, Le Grand-Rhône mondt hier uit bij Port-St.-Louis en de andere, de Petit-Rhône komt in zee bij Les-Saintes-Maries-de-la-Mer. Hèhè….

Hier zijn wij..

..en hier is de Grand-Rhône

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We zien een leuk gelegen parkeerterrein, maar rijden toch nog even in de rondte, ook aan de hand van Park4Night om te kijken of er wat beters is. Niet echt. We staan nu op het bescheiden terrein, met 2.10m.-poorten, waar geen verbodsborden voor campers zijn en we kijken op de Grand-Rhône, waar de zon heel oranje onderging. We zijn tevreden, behalve over het feit dat we niet een wilde wandeling door het land hebben kunnen maken. 

Ik vergeet steeds te zeggen dat we aan de manoeuvre met het hefdak, onder de bomen in Sète, toch wat krassen op het zonnepaneel hebben overgehouden. Weliswaar héél dunne, voorzover ik het kan beoordelen. En hopelijk ook oppervlakkige. Of die de werking van het paneel nadelig kunnen beïnvloeden, laten we aan het oordeel over van de mensen bij Campercentrum Amersfoort. 

Menu van de dag: gamba’s met roerei. Bloemkool. 

En als die poorten van 2.10m er nou staan om campers van het parkeerterrein te weren en wij staan er toch op, zijn we dan strafbaar? Ik denk het niet, omdat er geen borden staan. Tenzij we natuurlijk onder een wet vallen, die verbiedt om in Frankrijk wild te kamperen binnen een bepaalde afstand van bebouwing (bewoond). En dan nog: ‘kamperen’ wij door hier te overnachten? Ik denk het niet.

 

 

 

 

 

7 thoughts on “We komen niet echt aan onze trek(vogels)

  1. Eindelijk eens een vogel van de dag waar ook ik over mee zou kunnen praten… eh proeven bedoel ik. De Camarque heeft voor mij hoofdzakelijk de herinnering aan heel veel bloeddorstige muggen. En nu er overal ook nog doorrijhoogten van 2,10 m zijn gemaakt maakt het er niet beter op omdat ik 2,70 nodig heb. Het lijkt er trouwens op dat er een licht sadistisch toontje in jullie verhalen zit om dit er steeds in te wrijven en tevens het goede weer te benoemen ook nog. Of vergis ik me ? 😈

  2. Ik denk toch dat die ezelsbrug niet gaat beklijven! :-))
    Ik probeerde ooit een verzinsel om te onthouden aan welke kant de Stevinsluizen zitten en aan welke kant de Lorentzsluizen….. tot mislukken gedoemd.

    • Haha! Dat vind ik wel een erg leuke! Waarom moet je dat in godsnaam onthouden? Een soort tic misschien..ken ik van mezelf.

  3. Heerlijk om te lezen weer. Misschien kan ik ook een deel van jullie route doen als ik in januari richting het zuiden vertrek. Veel plezier nog, hoe lang trouwens?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*
*
Website