Donderdag 5 juli 2018
Het bleef droog! Heerlijk dat de zon schijnt terwijl je de warmte ervan kan verdragen, sterker nog: er van kan genieten in plaats van er voor te vluchten.
Af en toe loopt er iemand de school in of uit. Ons vinden ze gelukkig niet interessant genoeg om aandacht aan te besteden.
Vandaag eindelijk de eerste (ge)ruisloze grensovergang, dankzij het vertrouwde bord met de sterren.
Nieuwe verwarring op weg naar Kaunas. Garmin en de verkeersborden zijn het niet eens. We kiezen voor de borden, maar mogelijk komen we toch op hetzelfde punt uit.
Het schiet niet hard op; allemaal tweebaanswegen, met snelheidsbeperkingen in en bij de vele dorpen en gehuchten.
Gerda kan er niet over uit hoe verzorgd de huizen en het land er hier uitzien in vergelijking met de rotzooi in Rusland.
Ook WiFi is een onderwerp van gesprek. Omdat we zo kort door Letland en Litouwen rijden, is het eigenlijk geen optie om een simkaart aan te schaffen. En zo komt de bibliotheek op de heenweg ter sprake, waar snelle WiFi was en we de aanwezige medewerkster een bos tulpen hebben gegeven. Je gelooft het niet: terwijl we daar over praten, rijden we Zarasai binnen, dat we ineens herkennen als de plaats waar die bibliotheek stond!
Omdat ik een verhaal heb om op het blog te plaatsen, maken we weer gebruik van de bieb, waar dezelfde vrouw achter de balie staat. Het is me niet duidelijk of ze me herkent en dat laat ik zo. Gerda kijkt intussen even bij het meer aan de overkant van de weg, alwaar geen vogels.
Garmin blijft in onze beleving raar doen: andere wegnummers, etc. Dan weer volgen we de borden, dan weer Garmin. Ik zeg dit niet omdat ik denk dat het voor jullie interessant zou zijn, maar omdat het weer een alinea vult. Hoe dan ook, het houdt ons lekker bezig en je kan maar ergens druk mee zijn.
In de buurt van Stawiski vinden we bij een gehucht een groot grasveld tegenover een bos. Perfect voor onze komende nacht. In een hoek staat een verloren oud houten huisje. Gerda zegt:
“Dat is vast van de mensen waarvan ook dit grasveld is”.
Uh…wat moet ik er van zeggen… Maar je gelooft het niet: haar woorden zijn nog niet koud of er stopt een auto bij het krotje. Er stappen een man, een vrouw en een tienermeisje uit. Je ziet het direct: dit zijn de eigenaren van het huisje en van dit gras.
De man, die een heel dikke buik heeft, komt naar ons toe. Hij spreekt gelukkig Engels, wat een zegen en heeft er geen enkel probleem mee dat we hier vannacht blijven. Ok, dan mag hij z’n buik houden. Daarna komt hij nog eens terug om te vragen of we iets nodig hebben, water misschien? (nee) en om te zeggen dat we in het bos tegenover ons blackberries kunnen plukken.
Aan de andere kant van het grasveld staat een immens goot leeg huis. Hoewel.. er zijn jonge mensen, zeg Ger, die op een balkon ergens boven in de zon, van hun drankjes genieten. Of dat het enige is… ze lijken steeds hitsiger te worden, gaan tussendoor nog eens drank halen, en af en toe zien we een stel wat intiem op het platte dak van de aanbouw staan. De vrouwen gillen.
Ze zoeken het maar uit, zolang wij er vannacht geen last van hebben. Komt goed: vóór wij naar bed gaan, zijn ze al vertrokken. Met z’n allen in een te kleine auto, hangend uit de ramen.
Over gillen gesproken: vanaf ons balkon thuis kijken we op een school, waar in de pauzes de kinderen buiten spelen. Het valt ons op dat er meisjes zijn die alléén door middel van snerpende gillen communiceren. Zo erg, dat Gerda er wel eens over heeft gedacht om met de leerkrachten te gaan praten. Niet om onze eventuele overlast te bespreken, maar om te vragen of hen dat opvalt en hoe ze dat beoordelen.